Skip to content

Reactie op wetsvoorstel Kwaliteit in verscheidenheid

Geachte leden van de Kamercommissie van OC&W,

De Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) is blij met de extra aandacht die de minister geeft aan mbo’ers die uitvallen in het hoger onderwijs. Uit cijfers blijkt echter dat het probleem van uitval van mbo’ers in het hbo niet wordt opgelost met de voorgestelde maatregelen. In deze brief zetten wij onze volledige reactie uiteen.

Onderzoek naar niet-verwante doorstroom
De MBO Raad en HBO-raad hebben in januari 2013 in opdracht van de minister een voorstel gestuurd voor nieuwe toelatingseisen op het hbo. Hierin wordt voorgesteld om studenten bij niet-verwante doorstroom nooit automatisch toegang te geven tot een hbo opleiding. In dit voorstel wordt verwezen naar een onderzoek van de Onderwijsraad waaruit zou zijn gebleken dat verwante doorstroom succesvoller is dan niet-verwante doorstroom. In het onderzoek staat alleen dat hogescholen ‘merken dat deze aansluiting vooral goed gaat als opleidingen inhoudelijk op elkaar aansluiten’. Voor deze constatering wordt echter verder geen onderbouwing gegeven: wie hebben dit precies geconstateerd? Om hoeveel personen gaat het? En wat betekent ‘een aansluiting die goed gaat’?

Uit cijfers van de HBO-raad uit 2009 blijkt dat er nauwelijks verschil is tussen de uitval van studenten afkomstig van een verwante of niet-verwante mbo opleiding. Sterker nog, een aantal niet-verwante opleidingen heeft in dat jaar zelfs minder uitvallers geleverd dan verwante opleidingen.

Betere voorlichting
In haar advies adviseert de Onderwijsraad alle partijen (vo, mbo, hbo en wo) om samen afspraken te maken over de aanvangsniveaus van verschillende opleidingen in het hoger onderwijs en die duidelijk op internet zichtbaar te maken, waarna de student kan checken of hij/zij over de juiste bagage beschikt en zich zo nodig laat bijscholen. Met andere woorden: de student dient goed geïnformeerd te worden over het niveau van de opleiding en wat er precies van hem of haar verwacht wordt. Echter maakt de student zelf een keuze. Voor beperkingen in de toelating wordt helemaal niet gepleit.

In lijn met dit advies pleiten wij als JOB ook voor een betere voorlichting voor aankomend studenten. Met de ontwikkeling van de studiebijsluiter worden op dit gebied al belangrijke stappen gezet. Stappen die volgens ons uiteindelijk zullen leiden tot een betere doorstroom van mbo’ers naar het hbo.

Verder valt op dat sekse belangrijker is dan opleidingsachtergrond als gekeken wordt naar succes op het hbo. Met andere woorden: om de uitval op het hbo te beperken zou ervoor gekozen kunnen worden om minder meisjes toe te laten die afkomstig zijn van het mbo. Los van het feit dat een dergelijke maatregel juridisch onmogelijk zou zijn, is deze uiteraard ook absurd. Maar het instellen van maatregelen voor niet-verwante doorstroom die niet gebaseerd zijn op gedegen onderzoek is dat net zo goed.

Tot slot
JOB is van mening dat mbo’ers hun recht op doorstroom moeten behouden. Het is belangrijk dat aandacht besteed wordt aan het versoepelen van de aansluiting, maar de oplossing moet liggen in voorlichting en niet in ongefundeerde verscherping van toelatingseisen. Wij hopen dan ook dat u zich, met ons, wilt inzetten voor het verbeteren van de voorlichting aan studenten, zodat iedereen de kans krijgt zich goed voorbereid verder te ontwikkelen in het onderwijs.

Back To Top