Skip to content

Kamerbrief sterk beroepsonderwijs

Geachte Kamerleden,

Uit de JOB-monitor blijkt dat 38% van de mbo-studenten een beperking, aandoening of chronische ziekte heeft. De afgelopen maanden klopten verschillende studenten bij ons aan. Zij lopen vast en door onvoldoende ondersteuning moeten veel van hen voortijdig stoppen met hun opleiding. Veel mbo-studenten met een beperking ervaren dat hun opleiding onvoldoende aansluit op de arbeidsmarkt en zij kunnen vaak niet volwaardig meedoen in onze samenleving. Tijd voor actie!
Aanstaande donderdag 31 mei spreekt u tijdens een AO over het beroepsonderwijs. ‘Passende ondersteuning voor alle mbo-studenten’ staat dan op de agenda. Een goed moment om de problemen van mbo-studenten met een beperking bij de bewindspersonen van OCW aan te kaarten. Gaan zij aan de slag met de volgende problemen én oplossingen?

Op weg naar begrijpelijke en toegankelijke informatie

Als je een beperking hebt en wilt beginnen met een mbo-opleiding heb je begrijpelijke en toegankelijke informatie nodig, bijvoorbeeld over de beschikbaarheid van extra ondersteuning tijdens je opleiding. In de praktijk zien we dat deze informatie moeilijk te vinden en ingewikkeld is. Teksten voor mbo-studenten zijn bijvoorbeeld geschreven op het niveau van hbo-studenten. Voor de meeste studenten in het mbo zijn onderwijsovereenkomsten, praktijkovereenkomsten en onderwijs- en examenreglementen onbegrijpelijke documenten.

Roep de bewindspersonen van OCW daarom op scholen te verplichten hun informatie voor mbostudenten aantoonbaar begrijpelijk en toegankelijk te maken.
Onafhankelijke ondersteuning voor mbo-studenten met een beperking

Vanaf augustus 2017 mogen scholen jongeren die zich inschrijven voor een opleiding niet meer weigeren (het Toelatingsrecht). Hierdoor wordt het nog belangrijker dat alle mbo-studenten met een beperking bij de start van hun opleiding goed worden voorgelicht. Zowel over welk vak ze willen kiezen als over de ondersteuning die de school gaat bieden. Hierdoor is er minder sprake van uitval tijdens of na de opleiding. Helaas zien we nu vaak dat het hierbij ontbreekt aan onafhankelijke ondersteuning voor studenten in het mbo. Een onderwijsconsulent of een onafhankelijke cliëntondersteuner vanuit de gemeente en vanuit de Wmo zou deze belangrijke rol kunnen vervullen. De ondersteuner kan studenten voorbereiden op de intake voor hun opleiding. En hen helpen bij het formuleren van een goede hulpvraag voor aanpassingen en ondersteuning tijdens de opleiding.

Dring er daarom bij de bewindspersonen op aan dat alle startende mbo-studenten met een beperking bij de intake voor hun opleiding hulp krijgen van een onafhankelijke ondersteuner. Deze moet deze mbo’ers ook helpen bij het formuleren van een goede hulpvraag voor aanpassingen en ondersteuning tijdens de opleiding.
Scholen moeten meer gericht zijn op de arbeidsmarkt

Veel jongeren geven bij ons aan dat zij moeite hebben om een passende stage te vinden. Voor mbo-studenten met een beperking is het daarna vaak moeilijk(er) om hun stage succesvol af te ronden. Een deel van hen lukt dit helaas niet en moet de opleiding voortijdig verlaten. Scholen moeten meer gericht zijn op de arbeidsmarkt. Met het oog op een goede voorbereiding op de arbeidsmarkt moeten zij mbo’ers met een beperking voor en tijdens hun opleiding en stage kwalitatief goede ondersteuning bieden.

Scholen moeten meer doen om er voor te zorgen dat meer mbo-studenten hun opleiding en stage succesvol afronden en uiteindelijk meer kans hebben op de arbeidsmarkt. Wij vragen u hierover afspraken met de bewindspersonen te maken.
Mbo-studenten met een beperking willen een succesvolle start op de arbeidsmarkt maken. Daarvoor moeten scholen, gemeenten en het UWV goed samenwerken.

Jongeren met een beperking willen net als iedereen meedoen in de samenleving, dus ook op school én op de arbeidsmarkt!
Tot slot wensen wij u een constructief debat toe.
Met vriendelijke groet,

Illya Soffer, Rick de Wijk, directeur Ieder(in) voorzitter JOB

Back To Top