Skip to content

Internationalisering in het mbo

Geachte mevrouw Van Engelshoven,

U heeft de Tweede Kamer toegezegd om voor de zomer van 2018 met een visie te komen op internationalisering in het hoger onderwijs. Ondergetekenden zijn van mening dat de ambitie rond het opleiden van jongeren tot internationaal competente burgers het gehele beroepsondenrwijs moet omvatten. We zien uw toezegging aan de Kamer dan ook als een mogelijkheid om het mbo er direct bij te betrekken en te zorgen voor gelijkwaardige aandacht voor internationalisering in de beroepskolom.

Graag leveren we een bijdrage aan een nieuwe en ambitieuze internationaliseringsagenda, die álle jongeren in het beroepsonderwijs gelijke kansen geeft. En daarnaast kan bijdragen aan de positionering van het Nederlandse mbo in Brussel en de ambities van de Europese Commissie om te komen tot excellent Europees beroepsonderwijs. We nodigen u graag uit om hierover met ons in gesprek te gaan.

Onderwijsraad concludeert: huidige internationaliseringsaanpak niet voor álle jongeren

Op verzoek van uw ministerie adviseerde de Onderwijsraad in 2016 in ‘internationaliseren met ambitie’ over de aanpak van internationalisering in het primair en voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. De raad schetst hierin het grote belang van internationalisering voor álle onderwijssectoren en stelt dat “het onderwijs alle jongeren hoort voor te bereiden op een maatschappij die globaliseert. Internationalisering kan ambitieuzer worden opgepakt dan nu het geval is. De ambitie hoort te zijn dat alle jongeren ‘internationaal competent’ worden. lnternationaal competent zijn in oriëntatie, kennis, communiceren, reflecteren en samenwerken is nodig om effectief te functioneren in de hedendaagse maatschappij. lnternationaal competent zijn maakt mensen kansrijker op de (inter)nationale arbeidsmarkt waarop de concurrentie toeneemt en het is voor iedereen belangrijk, ongeacht opleidingsniveau of beroepskeuze”. De Onderwijsraad constateert dat de huidige internationaliseringsaanpak deze ambitie onvoldoende dichterbij zal brengen. Dat leidt tot ongelijke kansen op de arbeidsmarkt en ongelijke mogelijkheden voor sociale inclusie. Met name in de beroepskolom verdient internationalisering meer aandacht.

Wij, direct betrokkenen in het mbo, steunen het advies van de Onderwijsraad van harte. Internationalisering als integraal onderdeel van het onderwijsraad is een effectief middel om de drie kerntaken van het beroepsonderwijs te helpen realiseren: inzetbaarheid op de arbeidsmarkt, burgerschap en doorstroom naar vervolgonderwijs. Globalisering raakt het werk op alle opleidingsniveaus, in elke regio en in elke sector. ln de zorg- en welzijnssector, bijvoorbeeld, krijgen werknemers te maken met verschillende culturen en moeten ze leren om met diversiteit om te gaan. En productie- en verkoopketens stoppen zelden nog bij onze landsgrenzen: veel bedrijven hebben filialen of onderdelen in het buitenland. Een internationale stage kan voor een mbo-student in een belangrijke mate bijdragen aan verdere ontwikkeling van precies die vaardigheden die essentieelzijn voor een sterke en toekomstgerichte positie op/binnen een internationale arbeidsmarkt en samenleving, waaronder ondernemendheid, communicatievaardigheden, creativiteit en aanpassingsvermogen.

Internationalisering is tevens een krachtig instrument om gelijke kansen voor jongeren te realiseren. Juist studenten die moeite hebben om hun weg in het onderwijs te vinden, profiteren exceptioneel van een buitenlandse leerervaring. Ze komen sterker terug, slagen bovengemiddeld beteren stromen vaker door naar een volgend opleidingsniveau. Een prachtig voorbeeld hiervan is het huiswerkverblijf voor Roemeense schoolkinderen in het dorpje Tichindeal, nabij de stad Sibiu, dat in 2017 is gebouwd door studenten van de entree- en niveau 2-opleidingen van Noorderpoort, Alfa-college en Terra MBO, mede financieel mogelijk gemaakt door het Leonardo da Vinci fonds. Met andere woorden: internationalisering in het mbo draagt bij aan het wereldburgerschap van jongeren die dat niet altijd van huis uit meekrijgen.

Visie moet ook bijdragen aan sterke positionering mbo in Brussel

Ook het Europese beleid ten aanzien van onderwijs en innovatie biedt talloze kansen voor het mbo. Zoals de recente Mededeling van de Europese Commissie over de Europese onderwijsruimte stelt, is een hooggekwalificeerde en flexibele beroepsbevolking de ruggengraat van een veerkrachtige economie, sociale samenhang en een billijke samenleving. lnclusie, innovatie en excellentie zijn trefwoorden in het Nederlandse mbo. Deze begrippen zijn vaak leidend in de discussies met Brussel over het beroepsonderwijs na 2020.We investeren graag in deze gesprekken, aangezien de Europese samenwerking ons helpt om te innoveren. Met een sterke positionering van het Nederlandse mbo in Brussel en in het buitenland kunnen we netwerken voor mobiliteit en samenwerking verder ontwikkelen. Ook dat hoort bij de gezonde ambities van de mbo-sector.

Knelpunten

Kansen voor het mbo te over, maar ze kunnen niet optimaal worden benut. ln Nederland noch in Europa. Dat komt onder andere door randvoorwaardelijke en budgettaire belemmeringen die maken dat internationalisering moeilijk structureel geïntegreerd kan worden in het onderwijsaanbod. Voorbeelden daarvan zijn de wettelijke beperkingen voor examinering in het buitenland, de moeizame erkenning van beroepskwalificaties over de grens en de Nederlandse taaleisen voor anderstalige mbo-studenten.

Ook wordt in Brussel de bijdrage van het mbo aan economische groei en maatschappelijke inclusie buiten de kring van directbetrokkenen niet altijd herkend. Men heeft daardoor moeite om het mbo te integreren in nieuwe beleidsplannen. Zo bevat het voorstel voor de Europese onderwijsruimte weinig maatregelen die gericht zijn op excellent Europees mbo. Terwijl daar voldoende aanknopingspunten voor zijn, zoals de erkenning van vaardigheden en kwalificaties, professionalisering en samenwerking tussen onderwijsinstellingen en bedrijfsleven.

Het is tijd voor een ambitieuzere internationaliseringsaanpak in het mbo. Die ambitieuze aanpak is alleen mogelijk als we samen op zoek gaan naar oplossingen voor belemmeringen, naar katalysatoren voor verbreding en verdieping en deze ook gezamenlijk implementeren. ln de bijlage van deze brief geven wij u enkele concrete suggesties voor gespreksthema’s. We zijn ervan overtuigd dat we met een coherent internationaliseringsbeleid baanbrekende nieuwe kansen voor onze studenten kunnen creëren. Kansen waar studenten een leven lang van profiteren

We vragen u het mbo integraal onderdeel uit te laten maken van uw ambities op het terrein van internationalisering en gaan graag het gesprek met u hierover aan.

Met vriendelijke groet,

Ton Heerts, voorzitter MBO Raad

Michaël van Straalen, vice-voorzitter SBB

Roosmarijn Dam, voorzitter JOB

Freddy Weima, directeur Nuffic

 

Hier vind je de originele brief terug. 

Back To Top