Onderwijshervormingen? Als de student maar centraal staat
De Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) is overwegend blij met de toekomstplannen van minister Bussemaker voor het mbo. Michiel Steegers, voorzitter van JOB: “Eindelijk ziet ook de minister het belang van kleinschalig onderwijs in en stimuleert ze scholen om daarmee aan de slag te gaan.” Ook vindt JOB het erg positief dat er meer aandacht is voor maatwerktrajecten en excellentie in het mbo.
De ruimte en financieringsmogelijkheden die scholen krijgen om nieuwe samenwerkingsverbanden aan te gaan, met elkaar en met bedrijven, kan veel mogelijkheden bieden om creatieve/nieuwe onderwijsvormen te ontwikkelen waarmee studenten beter voorbereid worden op hun toekomst. JOB is van mening dat de deze trajecten wel grondig onderzocht en geëvalueerd moeten worden, zodat studenten zeker weten dat ze een kwalitatief goede opleiding kunnen volgen met een waardevol diploma. Nieuwe vormen van opleiding en organisatie, zoals de gecombineerde leerweg, de gemeenschap van mbo-colleges en samenwerkingsverbanden met bedrijven moeten wel de positie van studenten op de arbeidsmarkt en in vervolgonderwijs kunnen verbeteren.
Na het schokkende bericht uit het Onderwijsverslag van de onderwijsinspectie in april dat de helft van de opleidingen de examinering en diplomering niet op orde heeft, is het positief dat de minister nu werk wil maken van de verbetering hiervan. “Een student heeft recht op goede examens zodat hij ook écht getoetst wordt op wat hij moet weten om zijn diploma te halen. Om dit te waarborgen is een goede examencommissie noodzakelijk. Heel goed dus dat de rol van de examencommissie nu eindelijk wettelijk verankerd wordt,” aldus Steegers.
Wel zet JOB vraagtekens bij de nieuwe naamgeving van de niveaus binnen het mbo. Steegers: “Ik vraag me af of een nieuwe naam bijdraagt aan een beter imago van het mbo. Ook vrees ik dat dit bij studenten en ouders meer onduidelijkheid gaat opleveren. Laten we alle aandacht en tijd steken in het verbeteren van de inhoud van het onderwijs in plaats van in de naam ervan.”
Tot slot is JOB erg blij dat de minister nu eindelijk de verantwoordelijkheid voor het vinden van een passende stageplaats bij de mbo-instellingen neerlegt. Steegers: “Uiteraard zijn studenten ook zelf actief in het vinden van een stageplek maar op het moment dat dat niet lukt, gebeurt het nu nog te vaak dat studenten verwijderd worden van hun opleiding. Door het klachtrecht dat wettelijk verankerd wordt, hebben studenten nu ook echt een poot om op te staan en kunnen ze de school op haar verantwoordelijkheid aanspreken.”
Hoewel JOB blij is met de positieve aandacht voor het mbo, moet de focus blijven liggen op de student. Het waarborgen van een goede opleiding met een waardevol diploma moet de basis blijven.