Ook als je geen extra ondersteuning nodig hebt, heb je als student recht op hulpmiddelen. Dit zijn de volgende:
Nederlands
- Pen/potlood en kladpapier
- Verklarend Nederlands woordenboek. Dit is een woordenboek wat uitlegt wat een woord betekent. De examencommissie bepaald of jij het woordenboek zelf moet meenemen of dat de school die klaar heeft liggen. Dit moet een papieren woordenboek zijn, een digitaal woordenboek mag niet.
Rekenen
- Pen/potlood en kladpapier
- Verklarend Nederlands woordenboek. Dit is een woordenboek wat uitlegt wat een woord betekent. De examencommissie bepaald of jij het woordenboek zelf moet meenemen of dat de school die klaar heeft liggen. Dit moet een papieren woordenboek zijn, een digitaal woordenboek mag niet.
- De rekenmachine is ingebouwd in het computerprogramma van het examen. Deze komt in beeld wanneer je die bij de opdracht mag gebruiken.
Engels
- Pen/potlood en kladpapier
- Engels – Nederlands woordenboek. Dit moet een papieren woordenboek zijn, een digitaal woordenboek mag niet. De examencommissie bepaald of jij het woordenboek zelf moet meenemen of dat de school die klaar heeft liggen.
Op aanvraag bij de examencommissie is Engels – moedertaal woordenboek of een beeldwoordenboek zijn ook toegestaan. Deze mogelijkheid moet je wel op tijd aanvragen bij de examencommissie.