Skip to content

Integreer vmbo-t/mavo en havo in voorbereidend beroepsonderwijs

Jongeren moeten langer de tijd krijgen om te kiezen voor een bij hun talenten passende beroepsopleiding. Dat kan worden gerealiseerd door vmbo-t/mavo en havo te integreren tot voorbereidend beroepsonderwijs. Vorming van het voorbereidend beroepsonderwijs is een van de onderdelen van de verklaring ’10 bouwstenen voor een toekomstbestendig mbo’ die de MBO Raad, Nederlandse Raad voor Training en Opleiding (NRTO) en Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) vandaag in Nieuwspoort aan de Vaste Kamercommissie Onderwijs hebben aangeboden. Met hun verklaring leveren zij een bijdrage aan de brede, op resultaat gerichte discussie over de toekomst van het onderwijs in het algemeen en die van het mbo in het bijzonder.

Samenleving en arbeidsmarkt veranderen in hoog tempo. Het beroepsonderwijs moet zich aanpassen
aan veranderende beroepen, beroepseisen en benodigde vaardigheden. Studenten verdienen het om daarop adequaat te worden voorbereid. Dat vraagt om een gedeelde visie op de toekomst van het beroepsonderwijs, dat deze dynamiek samen met het bedrijfsleven het hoofd moet bieden.

Snel inspelen op eisen bedrijven, branches, beroepsbeoefenaars
De beroepsbeoefenaar van de toekomst verandert vaker van baan, in toenemende mate over sectorale grenzen heen. Bedrijven en branches vragen maatwerk: soms een breed opgeleide en inzetbare werknemer, soms een smaller opgeleide vakspecialist. Dat eist van het beroepsonderwijs de nodige flexibiliteit om op de specifieke eisen van bedrijven en branches, en van studenten in te spelen. Met oog voor de ontwikkeling van algemene vaardigheden én de juiste vaardigheden om succesvol door te stromen naar het hoger beroepsonderwijs. Kwalificatiedossiers moeten daarom in overleg tussen onderwijs en georganiseerd bedrijfsleven sneller tot stand kunnen komen. Met globale landelijke kaders die het civiel effect waarborgen op landelijk niveau en meer ruimte bieden voor regionaal maatwerk.
Meer onderscheid in niveaus, andere naamgeving

Volgens de OESO correspondeert mbo-niveau 4 met het niveau van het onderste kwart van de Amerikaanse universiteiten. Meer onderscheid in profilering en naamgeving per opleidingsniveau vinden de MBO Raad, NRTO en JOB daarom wenselijk. Dat sluit ook aan op ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en doet recht aan sectorale verschillen. Wat nu nog de niveaus 3 en 4 genoemd worden is in 2025 de kern van het middelbaar beroepsonderwijs. Niveau 2 wordt basis beroepsonderwijs, niveau 1 blijft entreeopleiding. Dit type onderwijs leidt toe naar eenvoudige beroepen op de arbeidsmarkt of een vervolgopleiding. Elke student kan een eigen leerroute uitstippelen met een volledige opleiding, delen van opleidingen of combinaties van delen van opleidingen. Hierdoor kan de student het beste uit zichzelf halen.

Kiezen op twaalfjarige leeftijd te vroeg
Het is voor veel leerlingen te vroeg om op twaalfjarige leeftijd al een bijna definitieve keuze te moeten maken tussen de route havo-hbo, of de route mbo-hbo. Daarom moet serieus verkend worden om de hogere niveaus van vmbo-t/mavo en havo te integreren in ‘voorbereidend beroepsonderwijs’. Na vijf jaar weet de student dan op welk niveau hij het diploma heeft behaald en welke doorstroommogelijkheden hij heeft naar mbo- en hbo-opleidingen. De MBO Raad, NRTO en JOB zien dit als een gewenste en concrete invulling van de door de VO-raad bepleite ontwikkeling naar meer maatwerkdiploma’s. In het nieuwe en brede ‘voorbereidend beroepsonderwijs’ krijgen alle leerlingen meer beroepsvaardigheden en oriëntatie op studie en beroep mee.

1

Breed gehoord
De MBO Raad, NRTO en JOB weten zich breed gehoord. MKB-Nederland, de VO-raad, de Vereniging Hogescholen, de AOb, FNV, CNV Onderwijs en de BVMBO hebben tijdens de persconferentie in Nieuwspoort statements over de ’10 bouwstenen voor een toekomstbestendig mbo’ uitgesproken.

Back To Top